Stappenplan

Let op: Laatste wijzigingen in werkkostenregeling

Stap 8 Eindheffing werkkostenregeling berekenen

Maakt u gebruik van de werkkostenregeling, dan kunt u maximaal 1,2% van uw totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. Daarnaast kunt u bepaalde zaken onbelast vergoeden of verstrekken door gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen.

Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt u loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. U moet dus bijhouden hoeveel vrije ruimte u nog tot uw beschikking hebt en wanneer u eindheffing moet betalen. In dit hoofdstuk leest u hoe u dat doet. De volgende onderwerpen komen aan bod:

Naar boven

8.1 Hoe werkt de werkkostenregeling?

U mag maximaal 1,5% van uw totale fiscale loon, de vrije ruimte, besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. Zie paragraaf 8.2 voor meer informatie over de vrije ruimte.

Over het bedrag dat binnen de vrije ruimte valt, betaalt u geen loonbelasting. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt u loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. U hoeft hierover geen premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing Zvw of bijdrage Zvw te betalen of in te houden.

U maakt gebruik van de werkkostenregeling als individuele werkgever en dus bijvoorbeeld niet als groep vennootschappen van een concern of als samenhangende groep inhoudingsplichtigen. Als u een loonheffingennummer hebt met meerdere subnummers (bijvoorbeeld L01, L02), dan geldt de werkkostenregeling voor alle subnummers. Voor het berekenen van uw vrije ruimte telt u het fiscale loon van alle subnummers bij elkaar op. De werkkostenregeling geldt voor al uw werknemers.

De werkkostenregeling in het kort

In deze paragraaf leest u welke stappen u moet nemen als u vergoedingen en verstrekkingen in uw vrije ruimte wilt onderbrengen:

De volgende vergoedingen en verstrekkingen zijn geen loon of geen belast loon voor de werknemer:

·         voordelen buiten de dienstbetrekking (zie paragraaf 4.13.1)

·         vergoedingen voor intermediaire kosten (zie paragraaf 4.13.2)

·         vrijgesteld loon (zie paragraaf 4.13.3)

·         verstrekkingen waarvoor de werknemer een eigen bijdrage betaalt (zie paragraaf 4.13.4)

·         nihilwaarderingen (zie paragraaf 4.13.5)

Naar boven

8.1.1 Stap 1: Bepaal of de vergoeding of verstrekking loon is (werkkostenregeling)

De werkkostenregeling geldt voor alle vergoedingen en verstrekkingen die tot het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking horen. Vergoedingen en verstrekkingen die geen loon zijn of geen belast loon (zie paragraaf 4.13), vallen niet onder de regeling en gaan dus niet ten koste van de vrije ruimte. Ook loon uit vroegere dienstbetrekking, zoals pensioenen en stamrechtuitkeringen, valt niet onder de werkkostenregeling.

Naar boven

8.1.2 Stap 2: Ga na of de vergoeding of verstrekking onder de gerichte vrijstellingen of nihilwaarderingen valt (werkkostenregeling)

Bepaalde vergoedingen en verstrekkingen zijn wel loon, maar u kunt ze toch onbelast vergoeden en verstrekken zonder dat dat ten koste gaat van uw vrije ruimte. Dat is het geval bij:

20.1 Gerichte vrijstellingen (werkkostenregeling)

Binnen de werkkostenregeling bestaan voor een aantal vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen gerichte vrijstellingen. U mag voor gerichte vrijstellingen ook een vaste kostenvergoeding geven (zie paragraaf 4.6.1).

Gerichte vrijstellingen en vaste kostenvergoedingen voor gerichte vrijstellingen gaan niet ten koste van uw vrije ruimte als u aan de volgende 2 voorwaarden voldoet:

·         U wijst de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan als eindheffingsloon, bijvoorbeeld door ze in uw administratie op te nemen als eindheffingsloon. Doet u dit niet, dan is de vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling loon van de werknemer. De keuze tussen gerichte vrijstelling (eindheffingsloon) en loon van de werknemer maakt u uiterlijk op het moment van vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen.

·         De vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen blijven binnen de normen die voor deze gerichte vrijstellingen gelden.

Bovenmatig deel gerichte vrijstelling

Vergoedt of verstrekt u meer dan de normen, dan is er sprake van een bovenmatig deel van gerichte vrijstellingen. Voor dit bovenmatige deel mag u kiezen:

·         als eindheffingsloon onderbrengen in de vrije ruimte

·         als loon van de werknemer belasten

·         deels als eindheffingsloon onderbrengen in de vrije ruimte en deels als loon van de werknemer belasten

Als u kiest voor het belasten als loon bij de werknemer, geeft u dus eigenlijk 2 vergoedingen:

·         een vergoeding tot het normbedrag van de gerichte vrijstelling

·         een vergoeding die u tot het loon van de werknemer rekent

Als u niets tot het loon van de werknemer rekent, gaat het bovenmatige deel ten koste van de vrije ruimte.

Voorbeeld

U betaalt uw werknemer een reiskostenvergoeding van € 0,29 per zakelijke kilometer. Van dit bedrag kunt u € 0,19 per kilometer onbelast vergoeden omdat hiervoor een gerichte vrijstelling geldt. De rest van het bedrag (€ 0,10 per kilometer) is het bovenmatige deel van de gerichte vrijstelling. U kunt dit als belast loon van uw werknemer bestempelen of als eindheffingsloon onderbrengen in de vrije ruimte. Hebt u geen ruimte meer over, dan moet u over het meerdere 80% eindheffing betalen, dus € 0,08 per kilometer.

 

Welke nihilwaarderingen zijn er?

De volgende voorzieningen en verstrekkingen in natura waardeert u op nihil:

Declaraties uit een vorig jaar

Declareert uw werknemer in 2014 kosten van 2013? Dan beoordeelt u aan de hand van de wetgeving die in 2014 geldt of uw vergoeding daarvoor loon van de werknemer is (zie paragraaf 8.1.1) of een gerichte vrijstelling.

Naar boven

8.1.3 Stap 3: Kies: eindheffingsloon (vrije ruimte) of loon werknemer (werkkostenregeling)

Afgezien van een paar uitzonderingen, bepaalt u zelf welke vergoedingen en verstrekkingen u behandelt als eindheffingsloon en in de vrije ruimte onderbrengt en welke u behandelt als loon van de werknemer en normaal belast. U kunt per werknemer een andere keuze maken.

Voor het onderbrengen van vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte, geldt het volgende:

Altijd eindheffingsloon of altijd loon

Bij een aantal vormen van loon kunt u niet kiezen voor eindheffingsloon of loon van de werknemer. Altijd eindheffingsloon zijn:

Altijd loon van de werknemer zijn:

Wanneer kiezen tussen eindheffingsloon en loon?

U maakt de keuze tussen eindheffingsloon en loon van de werknemer uiterlijk op het moment van vergoeden of verstrekken. U hoeft dus niet vooraf – bijvoorbeeld aan het begin van het jaar – te kiezen. De keuze blijkt uit uw administratie, waarin u de vergoeding of verstrekking opneemt als eindheffingsloon of als loon van de werknemer. Deze keuze hoeft u niet bij ons te melden.

Hebt u eenmaal een keuze gemaakt, dan is die keuze definitief. U kunt vergoedingen of verstrekkingen dus niet met terugwerkende kracht onderbrengen in uw vrije ruimte. Wel mag u achteraf fouten herstellen als u bijvoorbeeld een vergoeding als loon van de werknemer hebt behandeld terwijl u met uw werknemer eindheffingsloon had afgesproken, of andersom. U moet deze correcties in uw loonadministratie en in uw aangifte loonheffingen verwerken.

Naar boven

8.1.4 Stap 4: Bereken 80% eindheffing (werkkostenregeling)

Bereken over het bedrag boven de vrije ruimte 80% eindheffing. Zie paragraaf 8.2 voor meer informatie.

Naar boven

8.2 Hoe werkt de vrije ruimte? (werkkostenregeling)

De vrije ruimte is 1,5% van het totale fiscale loon van uw werknemers (kolom 14 van de loonstaat). Als u boven de vrije ruimte uitkomt, moet u over het meerdere 80% eindheffing betalen.

Keert u loon uit vroegere dienstbetrekking uit? Dan geldt voor de berekening van de vrije ruimte het volgende:

Als u vergoedingen en verstrekkingen in uw vrije ruimte wilt onderbrengen, moet u ze als eindheffingsloon aanwijzen, bijvoorbeeld door ze in uw administratie als eindheffingsloon op te nemen.

Bepalen en toetsen vrije ruimte

Voor het bepalen van uw vrije ruimte en het toetsen van uw vergoedingen en verstrekkingen aan die vrije ruimte kunt u kiezen uit 3 methoden. Uit uw administratie moet blijken voor welke methode u hebt gekozen. Het gaat om de volgende methoden:

Bent u een startende ondernemer? Dan moet u methode 3 gebruiken, omdat u in het voorafgaande kalenderjaar geen fiscaal loon hebt.

De vrije ruimte geldt per kalenderjaar of per tijdvak (zie paragraaf 8.2.4).

Naar boven

8.2.1 Bepalen en toetsen vrije ruimte: methode 1 (werkkostenregeling)

Methode 1 werkt als volgt:

1.     Neem 1,5% van het totale fiscale loon van het voorafgaande kalenderjaar.

2.     Toets gedurende het lopende jaar of de vergoedingen en verstrekkingen binnen de vrije ruimte blijven. In het aangiftetijdvak waarin u de vrije ruimte overschrijdt, verwerkt u het bedrag dat boven de vrije ruimte uitkomt, in uw aangifte. U betaalt hierover 80% eindheffing. In elk volgend aangiftetijdvak moet u de vergoedingen en verstrekkingen die u als eindheffingsloon aanwijst en in de vrije ruimte onderbrengt, in de aangifte over dat tijdvak opnemen en daarover 80% eindheffing betalen.

3.     Bereken na afloop van het kalenderjaar de werkelijke vrije ruimte op basis van het feitelijke totale fiscale loon.

4.     Toets de vergoedingen en verstrekkingen aan deze vrije ruimte.

5.     Verreken de eindheffing over het positieve of negatieve verschil uiterlijk in uw 1e aangifte van het volgende kalenderjaar: is de vrije ruimte groter dan de vergoedingen en verstrekkingen, dan krijgt u 80% eindheffing over het verschil terug; is de vrije ruimte kleiner, dan moet u alsnog 80% eindheffing over het verschil betalen.

Methode 1 is aan te raden als u pieken verwacht in de vergoedingen en verstrekkingen die u in de vrije ruimte gaat onderbrengen. U voorkomt hiermee onnodige eindheffing. Ook spreidt u met deze methode pieken in de loonsom, bijvoorbeeld door veranderingen in uw personeelsbestand en uitbetaling van vakantiebijslag of een 13e maand. Onder meer werkgevers met een sterk wisselend personeelsbestand, zoals uitzendbureaus of horecabedrijven, hebben baat bij deze methode.

Voorbeeld methode 1

Het is 2014. In 2013 had u een totaal fiscaal loon van € 5,25 miljoen. De geschatte vrije ruimte in 2014 is: 1 ,5% van € 5,25 miljoen = € 78.750.

Als u binnen de vrije ruimte blijft

Op 31 december 2014 hebt u in totaal € 68.750 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte ondergebracht. U hebt de vrije ruimte van € 78.750 niet overschreden en hoeft dus geen eindheffing te betalen. Het saldo van de vrije ruimte (€ 10.000) kunt u niet gebruiken voor loontijdvakken van 2015. U moet nog wel na afloop van het kalenderjaar de werkelijke vrije ruimte toetsen aan het feitelijke totale fiscale loon.

Als u boven de vrije ruimte uitkomt

Tot september 2014 hebt u in totaal € 68.750 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte ondergebracht. In september komt daar € 15.000 bij. In de aangifte loonheffingen van september moet u over € 5.000 (€ 83.750 - € 78.750) 80% eindheffing berekenen. U betaalt dus € 4.000 belasting. Omdat de geschatte vrije ruimte in september is overschreden, moet u ook 80% eindheffing betalen over de vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte van oktober, november en december. U moet nog wel na afloop van het kalenderjaar de werkelijke vrije ruimte toetsen aan het feitelijke totale fiscale loon.

Herrekenen bij een hoger werkelijk fiscaal loon

Op 31 december 2014 hebt u een hoger fiscaal loon dan op 31 december 2013. De werkelijke vrije ruimte blijkt € 83.750 te zijn. In 2014 hebt u ook € 83.750 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte ondergebracht.

De te veel betaalde belasting over € 5.000 (€ 83.750 - € 78.750) is € 4.000 (80% van € 5.000). Dit bedrag verrekent u in uw aangifte loonheffingen over januari 2015.

Herrekenen bij een lager werkelijk fiscaal loon

Op 31 december 2014 hebt u een lager fiscaal loon dan op 31 december 2013. De werkelijke vrije ruimte blijkt € 68.750 te zijn. In 2014 hebt u € 78.750 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte ondergebracht.

Uiterlijk in de aangifte loonheffingen over januari 2015 moet u over € 10.000 (€ 78.750 - € 68.750) 80% eindheffing berekenen. U betaalt dus € 8.000 belasting.

Naar boven

8.2.2 Bepalen en toetsen vrije ruimte: methode 2 (werkkostenregeling)

Methode 2 werkt als volgt:

1.     Neem 1,5% van het totale fiscale loon van het voorafgaande kalenderjaar en deel dit door het aantal aangiftetijdvakken van het lopende kalenderjaar. Zo schat u de vrije ruimte per aangiftetijdvak.

2.     Toets per aangiftetijdvak of de vergoedingen en verstrekkingen binnen de vrije ruimte blijven. Het bedrag dat boven de vrije ruimte uitkomt, verwerkt u per tijdvak in uw aangifte. U betaalt hierover 80% eindheffing.

3.     Bereken na afloop van het kalenderjaar de werkelijke vrije ruimte op basis van het feitelijke totale fiscale loon.

4.     Toets de vergoedingen en verstrekkingen aan deze vrije ruimte.

5.     Verreken de eindheffing over het positieve of negatieve verschil uiterlijk in uw 1e aangifte van het volgende kalenderjaar: is de vrije ruimte groter dan de vergoedingen en verstrekkingen, dan krijgt u 80% eindheffing over het verschil terug; is de vrije ruimte kleiner, dan moet u alsnog 80% eindheffing over het verschil betalen.

Met methode 2 spreidt u eventuele pieken in de loonsom, bijvoorbeeld door veranderingen in uw personeelsbestand en uitbetaling van vakantiebijslag of een 13e maand.

Voorbeeld methode 2

Het is 2014. In 2013 had u een totaal fiscaal loon van € 4,9 miljoen. 1,5% van € 4,9 miljoen = € 73.500. U hebt een aangiftetijdvak van een maand. De geschatte vrije ruimte per maand voor 2014 is dan € 6.125 (€ 73.500 : 12).

Als u boven de maandelijkse vrije ruimte uitkomt

In maart 2014 brengt u € 7.125 aan vergoedingen en verstrekkingen onder in de vrije ruimte. In de aangifte loonheffingen van maart 2014 moet u over € 1.000 (€ 7.125 - € 6.125) 80% eindheffing berekenen. U betaalt dus € 800 belasting.

Als u binnen de maandelijkse vrije ruimte blijft

In juli 2014 brengt u € 2.125 aan vergoedingen en verstrekkingen onder in de vrije ruimte. U overschrijdt de vrije ruimte van € 6.125 niet en u hoeft in juli dus geen eindheffing te betalen. U kunt het saldo van € 4.000 niet gebruiken voor de aangiftetijdvakken van augustus tot en met december 2014.

Herrekenen bij een hoger werkelijk fiscaal loon

Op 31 december 2014 hebt u een hoger totaal fiscaal loon dan op 31 december 2013. De werkelijke vrije ruimte blijkt € 83.500 te zijn. In 2014 hebt u ook € 83.500 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte ondergebracht. De te veel betaalde belasting over € 10.000 (€ 83.500 - € 73.500) is € 8.000 (80% van € 10.000). Dit bedrag verrekent u in uw aangifte loonheffingen over januari 2015.

Herrekenen bij een lager werkelijk fiscaal loon

Op 31 december 2014 hebt u een lager fiscaal loon dan op 31 december 2013. De werkelijke vrije ruimte blijkt € 63.500 te zijn. In 2014 hebt u € 73.500 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte ondergebracht.

Uiterlijk in de aangifte loonheffingen over januari 2015 moet u over € 10.000 (€ 73.500 - € 63.500) 80% eindheffing berekenen. U betaalt dus € 8.000 belasting.

Naar boven

8.2.3 Bepalen en toetsen vrije ruimte: methode 3 (werkkostenregeling)

Methode 3 werkt als volgt:

1.     Neem 1,5% van het totale fiscale loon per aangiftetijdvak van het lopende kalenderjaar.

2.     Toets per aangiftetijdvak of de vergoedingen en verstrekkingen binnen de vrije ruimte blijven. Het bedrag dat boven de vrije ruimte uitkomt, verwerkt u per tijdvak in uw aangifte. U betaalt hierover 80% eindheffing.

Methode 3 is de meest eenvoudige methode omdat u niet hoeft te herrekenen aan het einde van het jaar. Een nadeel van methode 3 is dat u grote kostenposten niet volledig belastingvrij kunt vergoeden. Ook moet u met deze methode per aangiftetijdvak rekening houden met wisselende loonsombedragen door bijvoorbeeld veranderingen in uw personeelsbestand en uitbetaling van vakantiebijslag of een 13e maand. Bovendien mag u het bedrag waarmee u uw vrije ruimte overschrijdt, niet doorschuiven naar volgende aangiftetijdvakken waarin u misschien vrije ruimte overhoudt. En u mag ook niet herrekenen. U kiest voor methode 3 als u verwacht dat u per tijdvak niet boven de vrije ruimte uitkomt.

Voorbeeld methode 3

U hebt een aangiftetijdvak van een maand. U berekent elke maand de vrije ruimte.

Als u boven de maandelijkse vrije ruimte uitkomt

In februari 2014 is het totale fiscale loon € 410.000. Uw vrije ruimte in deze maand is € 6.150 (1,5% van € 410.000). U brengt in februari € 7.150 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte onder.

In de aangifte loonheffingen over februari 2014 moet u over € 1.000 (€ 7.150 - € 6.150) 80% eindheffing berekenen. U betaalt dus € 800 belasting.

Als u binnen de maandelijkse ruimte blijft

In mei 2014 is het totale fiscale loon € 472.000. Uw vrije ruimte in deze maand is € 7.080 (1,5% van € 472.000). U brengt in mei € 6.150 aan vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte onder.

U overschrijdt de vrije ruimte niet en u hoeft in mei dus geen eindheffing te betalen. U kunt het saldo van € 930 (€ 7.080 - € 6.150) niet gebruiken voor juni 2014 of latere aangiftetijdvakken.

Naar boven

8.2.4 Vrije ruimte geldt per kalenderjaar of per tijdvak (werkkostenregeling)

De vrije ruimte geldt per kalenderjaar of per tijdvak, afhankelijk van de methode die u gebruikt voor het berekenen en toetsen van de vrije ruimte.

U gebruikt methode 1 of 2

Als u methode 1 of 2 gebruikt, geldt de vrije ruimte per kalenderjaar. De vrije ruimte die u aan het eind van het jaar over hebt, kunt u dus niet meenemen naar het nieuwe kalenderjaar. En als u te weinig vrije ruimte hebt – u kunt niet alle kosten in de vrije ruimte onderbrengen – kunt u de kosten die boven de vrije ruimte uitkomen, niet meenemen naar een volgend kalenderjaar. U betaalt over die kosten 80% eindheffing.

U gebruikt methode 3

Als u methode 3 gebruikt, geldt de vrije ruimte per tijdvak. De vrije ruimte die u aan het eind van tijdvak over hebt, kunt u dus niet meenemen naar het nieuwe tijdvak. En als u te weinig vrije ruimte hebt – u kunt niet alle kosten in de vrije ruimte onderbrengen – kunt u de kosten die boven de vrije ruimte uitkomen, niet meenemen naar een volgend tijdvak. U betaalt over die kosten 80% eindheffing.

Naar boven

 

Bovenkant formulier

Zoeken

Onderkant formulier